Kunst en calvinisme | deel 3: Kuyper & een herleving

Gepubliceerd op 31 mei 2022 om 21:30

Kunst en calvinisme; het lijkt niet samen te kunnen gaan. Het streven naar soberheid van calvinisten zou de kunst onnodig verklaren. Maar is dat wel zo? Waar de beeldenstormers in 1566 nog fel gekant waren tegen alle vormen van Bijbelse verbeelding, schilderde de calvinistische Rembrandt ongeveer honderd jaar later doeken vol Bijbelse voorstellingen. En de theoloog Abraham Kuyper kwam zelfs met een neocalvinistische kunstfilosofie op de proppen. Wat vinden aanhangers van deze christelijke stroming eigenlijk van kunst, en waarom? En verandert de calvinistische visie in de loop van de tijd? In deze serie wil ik je graag antwoorden geven op deze vragen. De serie bestaat uit drie delen die elk een tijdsperiode beschrijven. Dit keer: Kuyper en een herleving. 

Dit derde en laatste deel van de serie Kunst en calvinisme gaat over een groot deel van de geschiedenis, namelijk vanaf de achttiende eeuw tot nu. Natuurlijk is er véél meer over te zeggen dan ik nu in dit korte stukje doe. Wie weet komt er in de toekomst nog eens een vervolg op wat ik hier schrijf.

Vanaf de achttiende eeuw is de Nederlandse economische 'gouden eeuw' wel zo'n beetje voorbij. Ook de kunstproductie neemt in die tijd af. Helaas is er weinig kunsthistorisch onderzoek naar deze periode. Het verval leidde tot een verlies van kennis en waardering voor kunst. Maar het betekent niet dat er daadwerkelijk geen kunst gemaakt werd. We kennen uit de negentiende eeuw wel een aantal calvinistische kunstenaars, zoals Vincent van Gogh en Johannes Bosboom.

Vanaf de twintigste eeuw is er een voorzichtige herleving te ontwaren. Hoewel de kloof tussen christendom en de seculiere wereld groter wordt, komt er in protestante kringen meer gesprek over de rol van kunst. Abraham Kuyper, theoloog, politicus en intellectueel, komt met een neocalvinistische (kunst)theologie. Deze houdt in dat de kunst een speciale, door God geschapen, positie in de werkelijkheid heeft. De kunst berust volgens Kuyper op drie Bijbelse principes. Eén, de wereld was oorspronkelijk goed en volmaakt; twee, die volmaakte staat is verstoord door de zondeval; en drie, de schepping ziet uit naar de vernieuwende opstandingskracht van Christus. Vanuit deze drie principes zou een kunstenaar volgens Kuyper moeten werken. 

Kuyper was ervan overtuigd dat God de kunst van mensen zag. God schiep in de mens een verlangen naar kunst en schoonheid. Kunst moet daarom iets weergeven van Gods aanwezigheid in de werkelijkheid en de hunkering naar betere tijden (die dubbelheid van schoonheid en verstoring zie je ook terug in zijn principes!). Kuypers schoonheidsideaal was er niet één van perfectie. In plaats daarvan moet uit kunst de gebroken toestand van de wereld blijken. Kunst helpt om Gods aanwezigheid in de wereld te leren zien.  

Ondanks Kuypers aandacht voor kunst, werd de eerste helft van de twintigste eeuw niet gedomineerd door calvinistische kunstenaars. Integendeel, pas vanaf de jaren negentig begonnen protestante kunstenaars zich weer serieus bezig te houden met religieuze onderwerpen. Maar zij stuiten wel op onbegrip en onkunde in calvinistische kringen. De eeuwenoude misvatting dat kunst alleen maar tot afgoderij kan leiden, leeft nog steeds. 

Ook in de hedendaagse calvinistische kunst zijn, net als in de zeventiende eeuw, schepping en zondeval fundamenteel. Maar er zijn door verschillende kunstenaars en theologen ook nieuwe visies op calvinistische kunst ontwikkeld. De moderne, seculiere kunst kenmerkt zich door een nihilisme en relativisme. (Dat zijn moeilijke woorden voor het idee dat er geen betekenis in de wereld is. We moeten zelf waarde hechten aan aspecten van de werkelijkheid, want er is geen God die ons normen en waarden geeft. In feite maakt het dus niets uit wat jij goed of kwaad noemt! Je mag je eigen werkelijkheid bepalen, het is allemaal relatief.) Deze filosofische ideeën die tot uiting komen in moderne kunst, vragen om een antwoord van de kerk. De aandacht voor kunst in een religieuze context wordt daarmee weer relevant. Christenen zijn namelijk wel overtuigd van een betekenis ín de werkelijkheid. God heeft de wereld geschapen en Híj is onze norm voor goed en kwaad. De religieuze functie van kunst kan mensen daarom motiveren om het goede te doen.

Onder calvinistische kunstenaars is de visie ook verschoven op het punt van de verbeelding. Een kunsthistoricus zegt bijvoorbeeld dat “de verbeelding van een christen hoger dan de sterren zou moeten gaan”. Dit zegt hij in reactie op de negatieve houding van calvinisten ten opzichte van het verbeelden van God en Christus. Tegen de bezwaren van Calvijn wordt ingeworpen dat kunst in de kerk mensen helpt het goede te kiezen, kennis van God te krijgen en Hem en Zijn schepping te bewonderen.

Na de zeventiende eeuw was er sprake van een neergang in de calvinistische kunst. Dit zette door tot in de twintigste eeuw, ondanks de aandacht die Kuyper schonk aan het thema. De laatste decennia is er sprake van een herleving. Calvinisten vinden de kunst opnieuw uit en ontwikkelen visies die enerzijds gefundeerd zijn op Calvijns principes en anderzijds moderne trekken vertonen.

~

Dit is alweer het laatste deel van de serie! Maar ik ben nog lang niet uitgepraat. Zeker deze laatste aflevering is eigenlijk veel te kort om te vatten wat er allemaal gebeurt op het gebied van protestante kunst. Er komt dan zeker nog eens een vervolg. Deze aflevering was misschien ook wat pittig vanwege de filosofische ideeën die besproken zijn. Schroom niet om vragen te stellen als je meer wilt weten; ik vind het hartstikke leuk om anderen wat te leren!

Vincent van Gogh was een domineeszoon en dus goed bekend met het calvinisme. Toen Van Gogh ouder werd, krijg hij wel wat modernere opvattingen over het christendom dan hij van huis uit had meegekregen. God is volgens Van Gogh een combinatie van de geschiedenis van de mensheid en de natuur. Dit schilderij maakte hij eind negentiende eeuw van de Hervormde Kerk in Nuenen. 

Johannes Bosboom staat bekend om zijn schilderijen van kerken, google maar eens! Dit is een schets die hij maakte, waarschijnlijk als voorbereiding voor een schilderij. Zijn liefde voor kerkinterieurs is een viering van het calvinisme.  

Hoewel Francisco Goya geen calvinist was, wil ik dit schilderij toch even noemen in het kader van moderne kunst. Met de moderniteit kwam de teleurstelling in technische uitvindingen, want waar de wereld aan onze voeten lag, lieten we een spoor van vernieling achter (denk aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog). Eerder in de kunstgeschiedenis was de maatstaf 'schoonheid'. Maar, zoals Kuyper's principes ook uitwijzen, de wereld bestaat niet alleen uit schoonheid. Er is de zondeval. Deze mengeling van schoonheid en verstoring zien we terug in moderne kunst. Maar ondanks de donkerheid in dit schilderij, zijn er bakens van hoop: doet de man in de witte kleding je aan Jezus denken? Waarom? En kijk eens goed, zie je daar de kerktoren in de verte?

Egbert Modderman is een hedendaagse protestante kunstenaar. In dit schilderij zien we de verbeelding van het verhaal van de verloren zoon, maar dan de vader met de oudste zoon. Kijk maar eens en laat je inspireren ;-)  

Meer weten? Ik raad je dan aan om het boek Kunst D.V. (ISBN: 9789463690706) te lezen. Neem ook eens een kijkje op de website ArtWay.eu.

Deze serie is gebaseerd op een paper dat ik eerder schreef voor mijn studie. Neem contact met me op als je meer wilt weten over dit paper en de literatuur die ik daarvoor heb gebruikt. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.